29 maart 1930

 

Oma, net 42 jaar geworden, schrijft aan Toon:

 

‘Ook wij maken het allen nog goed. Jaantje is weer beter en ziet er gezond uit. Dat zult U wel zien als u weer thuiskomt. Ik bedank U voor de felicitacie  en ik hoop dat God onze gebeden mag verhooren. Grootmoeder wenschte mij nog 25 , de Pastoor nog 40, maar wij zullen het maar afwachten. U schreef dat ik tevreden over Jullie kon zijn. Dat ben ik ook en voor de meisjes ook want die passen buitengewoon goed op. Want

Nel word toch ook al twintig. Onze Nel zal Pastoors meid worden. Mina zal trouwen en nu heeft de Pastoor net zoolang gepraat dat wij het maar doen zullen. Er weet hier nog niemand van. Dat is ook nog bijtijds genoeg. Het is allemaal maar praat.

Met onze Jan begint begint het ook al op te korten, dat zal voor Vader toch wel erg zijn daar Willem Endevoets naar Amerika vertrokken is niettegenstaande het in Amerika tegenwoordig erg slap is, tenminste wij verwachten Oom Bert nog wel als het niet beter wordt. Maar het zal met Gods zegen toch nog wel gaan, zonder dien zouden wij ook zoo ver niet gekomen zijn. Ik bid iederen dag dat God U beiden kracht en sterkte mag geven om in U roeping te volharden.

Hannemoet was ook buitengewoon voldaan over U brief. Ze zei Toon denkt zoo goed aan ons, wij zullen ook aan hem moeten denken.’

 

‘Mijnheer Meijer houdt dit jaar de vastenmeditatie onder het lof . Hij kan buitengewoon goed preeken. Iedere dinsdag is er preekdoor de radio van de H Landstichting van Nijmegen. Bij Piet Voets is het grootste kindje gestorven. Dat was ook al een hele droefheid.’